Geirrod was een reus uit de Noorse mythologie, een van de meest gevreesde en machtige. Hij was de zoon van de reus Ægir en zijn vrouw Ran, en de broer van de goden Loki en Býleistr. Geirrod stond bekend om zijn bovenmenselijke kracht, zijn grenzeloze wreedheid en zijn dorst naar wraak.
Geirrod woonde in een enorm fort in de bergen nabij het rijk van de goden Asgard. Daar bouwde hij met zijn eigen handen een groot paleis om zijn volgelingen te huisvesten, die voornamelijk andere reuzen waren zoals hijzelf. Geirrod stond bekend als bijzonder wreed tegen degenen die hem durfden uit te dagen of zonder toestemming zijn territorium te betreden.
Geirrod stond ook bekend om zijn vermogen om zwarte magie te beheersen. Er wordt gezegd dat hij boze geesten kon oproepen om hem te helpen bij zijn kwade plannen en zelfs in wilde dieren kon veranderen om zijn vijanden vanuit de schaduw aan te vallen. Ook had Geirrod de macht om het weer te beheersen; hij kon vuur uit de lucht laten regenen of gewelddadige stormen veroorzaken wanneer hij maar wilde. Door deze vaardigheden werd hij al snel een geduchte tegenstander van de Noorse goden en iedereen die te dicht bij hem of zijn koninkrijk probeerde te komen.
Hoewel Geirrod zeer gevreesd werd onder stervelingen en zelfs onder de goden zelf, werd hij ook herinnerd als iemand van eer die zijn beloften tot het einde toe nakwam; zelfs toen hij geconfronteerd werd met Odin zelf tijdens het laatste gevecht tegen de reuzen bij Ragnarok, gaf hij niet terug of gaf niet op totdat hij werd verslagen door de vader van alle Noorse goden.